Door de nachtdiensten begrijp ik beter wat er overdag speelt
De carrière van Maureen van de Wiel uit Goirle liep net wat anders dan gedacht. Ze kreeg als jonge twintiger twee kinderen, waardoor ze niet direct haar dromen kon najagen. Toen ze een paar jaar geleden als voedingsassistent op een PG-afdeling kwam, begon haar liefde voor de zorg. De kamers naar de bewoners bleven echter voor haar gesloten. ,,Die witte jassen, de piepers die afgingen, de echte zorg, dat fascineerde me enorm. Daar wilde ik ook heen!”
Wat voor werk deed je hiervoor?
''Ik studeerde mode en kleding, toen ik zwanger werd van mijn eerste dochter. Toen ik 22 was, kreeg ik een tweede kindje. Ik kon niet zoveel met dat diploma en moest iets doen om geld te verdienen. Ik heb in die jaren heel veel baantjes gehad. Het langste was bij Albert Heijn in het distributiecentrum, onder meer als heftruckchauffeur. Dat waren vooral nachtdiensten, als de kinderen sliepen. Toen corona kwam, vroeg een vriendin me haar te helpen als voedingsassistent. Dat was ontzettend leuk, vooral omdat het op een PG-afdeling was. De zorg trok mij altijd al en nu ik er zo dichtbij was, nog meer. Ik keek vol interesse rond. De verzorgers deden werk dat mij enorm aansprak. Zij gingen met de bewoners de kamers in, om hen daar te verzorgen. Dat wilde ik ook.”
Hoe pakte je die zoektocht aan?
''Ik begon met me te oriënteren. Wat waren mijn opties en welk niveau heb ik? Ik dacht aan niveau twee. Ik kwam bij SwitchZ uit en was snel om. Ik kon er betaald studeren, mijn uren zelf indelen en na het contact met SwitchZ bleek ik niveau drie prima aan te kunnen. Ik zette hier mijn zinnen volledig op en nam ontslag als voedingsassistent. Daar heb ik totaal geen spijt van gehad, maar natuurlijk moet je wel obstakels overwinnen. De verschoningsrondes vond ik in eerste instantie wel een dingetje. Dat zat echt in mijn hoofd, want toen ik het eenmaal deed, voelde het dankbaar. Nu zijn er geen obstakels meer voor me. Je kunt mensen helpen die de basis niet meer alleen kunnen. Dat geldt voor mensen met dementie, maar ook voor mensen met een lichamelijke beperking. Zij waren eerst gezond, zoals jij en ik en hebben nu onze hulp nodig.”
Wat vind je nu van je werk?
''Het is boeiend om te zien hoe de zorg verandert. Zo wordt nu steeds meer verwacht dat familie meehelpt in de ondersteuning van hun naaste, zodat wij ons kunnen focussen op de zorg die nodig is. Tegelijk vinden mensen het lastig om hun naaste zo uit handen te geven. Dan voelt het soms als bemoeien. Mensen kijken ook anders naar de zorg dan wij. Dat gaat niet altijd even vloeiend. Dat is een kwestie van blijven communiceren en helder zijn. En wij begrijpen hun zorgen natuurlijk ook, zij mogen zich uiten. Mijn favoriete dienst is denk ik toch de nacht, dankzij die dienst zie ik het totaalplaatje van mensen. Waarom reageert een bewoner zoals hij reageert? Dat kan aan een onrustige nacht liggen. In de nacht gebeurt soms heel veel. We hebben een opendeurenbeleid en zien alles op onze telefoons en laptops, we krijgen seintjes. Dat maakt het makkelijker. Dat ik nu ook zo’n pieper heb en de kamers in mag, voelt echt fantastisch.”